Willem Silvius is geboren te 's-Hertogenbosch. In juli 1575 heeft hij zelf gezegd dat hij ca. 54 jaar was. Hij zal dus ca. 1520 geboren zijn. Van de eerste 30 jaar is weinig bekend van hem. De eerste vermelding van zijn naam is t.g.v. zijn inschrijving aan de Universiteit van Leuven op 3 februari 1550. Op 31 maart 1558 behaalde hij hier zijn meestertitel. Zijn eigenlijke naam is Willem Verwilt, maar bij zijn inschrijving aan de universiteit hanteert hij als signatuur: Gulielmus Silvius Buscoducensis. Kort hierna vestigde hij zich te Antwerpen op die Camerpoort-brugghe, "In den Gulden Engel" en verkreeg aldaar de drukkerslicentie op 6 mei 1558. In de winter van 1559/1560 opent hij zijn boekwinkel. Hij trouwde met Catharina Verhaghen, alias Jacquet die een forse bruidsschat meebracht en hem acht kinderen heeft geschonken. Tussen 1559 en 1575 was hij na Christoffel Plantin (Plantijn) de belangrijkste boekdrukker/uitgever in de tweede helft van de zestiende eeuw in de Zuidelijke Nederlanden. Een belangrijke voorganger in Antwerpen (tot 1542) was Willem Vorsterman (afkomstig uit Zaltbommel). Tot 1562 beschikte Willem Silvius nog niet over een eigen drukkerij en moest hij voor zijn uitgaven gebruik maken van de diensten van anderen. Vaak was dit de drukkerij van Plantin. Dit blijkt duidelijk uit de gebuikte lettertypen die kenmerkend waren voor Plantin. Willem Silvius bleek al snel over kwaliteiten te beschikken die vergelijkbaar waren met die van Plantin. Zijn uitgaven deden zeker niet onder voor werk van Plantin, zowel qua inhoud als qua productiekwaliteit. Silvius was echter niet zo'n geweldig zakenman, zijn ambities als uitgever gingen nogal eens zijn financiële mogelijkheden te boven. Mede daarom heeft Plantin, die ook een uitstekend organisator, financier en diplomaat was, altijd een veel grotere bekendheid gekregen. De onderlinge verhoudingen en samenwerking tussen beide mannen zijn echter altijd uitstekend geweest. Zij waren ook de grootste kopers van elkaars werk. Ondanks dat hij toen nog geen eigen drukkerij bezat, kreeg Willem Silvius begin 1559 van de Regering van Brussel de eervolle opdracht om de Statuten van de Ridderorde van het Gulden Vlies te drukken. Dit resulteerde in 1559 in twee uitgaven: "Les ordonnances de la Thoyson d'or", het Franse origineel alsmede | 1 |
een Latijnse vertaling. Beide boeken waren prachtig verzorgd en gedrukt op perkament. Door dit mooie resultaat kreeg Silvius het recht zich 'drukker des Konings' te noemen. Sedertdien heeft zich ook altijd "Imprimeur du Roi" of "Typographus Regii" genoemd. In 1561 werd hij toegelaten als meester drukker bij het St. Lucas Gilde. Zijn meest ambitieuze werk uit die periode betrof de uitgave van de teksten van de "Spelen van Sinne" in de tijd van het vernieuwde Antwerpse Landjuweel van 1561, georganiseerd door de Antwerpse rederijkerskamer De Violieren (waar de Bossche rederijkers van Moyses-Bosch de eerste prijs der 'sotternieën' behaalden).1 Ook toen beschikte hij nog niet over een eigen drukkerij. Desondanks wilde hij hier een spectaculaire uitgave van maken en had begin 1562 het eerste deel met o.a. schitterende illustraties, uitbesteed aan Plantin. Juist in die periode werden echter twee arbeiders van de drukkerij van Plantin gearresteerd vanwege het drukken van calvinistische traktaten. Plantin zelf had hier niets mee te maken, maar voelde zich gedwongen te vluchten naar Parijs (hij kwam na één jaar weer terug). Zijn drukkerij Officina werd in 1562 gesloten en geliquideerd. Silvius kon nog juist de gedrukte bladzijden redden van in beslagname maar moest wel uitwijken naar andere drukkers. Het kwaliteitsverschil tussen die delen is wel opvallend. | 2 |
Bij de liquidatieveiling van Officina, wist Willem Silvius het grootste deel van de sierletters van deze drukkerij te verwerven. Nu kon hij zijn eigen drukkerij beginnen. Na mei 1562 verschenen de houtdrukletters die Plantin gebruikte sedert 1555 alleen nog in boeken van Silvius. Voor deze aankoop kreeg hij een grote lening van de stad Antwerpen waaruit blijkt dat de stad er veel aangelegen was om dit bedrijf voor de stad te behouden. Kwaliteit, soort en type van de (vaak) handgesneden letters waren enorm belangrijk, toonden de kwaliteit van een werk maar verwezen ook naar de drukker. Analyses over de maker, uitgever en jaartal zijn vrijwel volledig gebaseerd op het gebruikte typografische materiaal. In mei 1563 verklaarde Willem Silvius te beschikken over 21 lettertypen. De vroegere drukkerij van Plantin is later na zijn terugkeer opnieuw geïnstalleerd, maar Plantin was een nieuw partnerschap aangegaan met anderen en had daardoor ruime middelen ter beschikking. Silvius en Plantin hebben niet meer samengewerkt, wel bleven ze elkaars werk kopen. Van Willem Silvius zijn bijna 190 drukken bekend, vele daarvan zijn cultuur- en kunsthistorisch van grote betekenis. Hij zorgde in 1567 o.a. voor de 1e druk van de beroemde "Descrittione di tutti i Paesi Bassi" van Ludovico Guicciardini. Een beschrijving van alle Nederlandse gewesten. De uitgave werd zowel in het Italiaans als in het Frans verzorgd, met o.a. twee gravures (een kaart van de Nederlanden en een van het stadhuis van Antwerpen), 15 landkaarten en plattegronden en een afbeelding van de kathedraal van Antwerpen, een portret van Filips II etc. Minder spectaculair, maar zeer belangwekkend voor de muziekgeschiedenis, is de uitgave van: "De Liedekens op de Wijse sproken Jesus, des soons Syrach" van Jan Fruytiers (een calvinistische Zuid-Nederlandse dichter). Deze melodieën zijn ontleend aan de populaire liedjes die in de 15e en 16e eeuw in en om Antwerpen werden gezongen. Zoals uit het voorgaande blijkt, was de tweede helft van de 16e eeuw in politiek en religieus opzicht voor Antwerpen en de Zuidelijke Nederlanden een roerige periode. Dat had alles te maken met de strijd tussen Nederland en Spanje, maar vooral ook met de opkomst en verbreiding van het protestantisme en de fanatieke bestrijding hiervan door Koning Filips II en zijn vazallen. Antwerpen was in de jaren twintig en dertig een belangrijk productie- en uitvoercentrum geweest van de protestantse | 3 |
literatuur. Vanaf midden jaren veertig verschoof het zwaartepunt echter naar buitenlandse productiecentra. Desondanks was er in de jaren vijftig en zestig een toenemende vraag naar protestantse literatuur. De repressiepolitiek richtte zich steeds meer tegen drukkers en boekverkopers. In mei 1567 werd op last van landvoogdes Margareta van Parma een edict afgekondigd dat voorzag in de doodstraf en confiscatie van goederen van drukkers en boekverkopers die verboden boeken drukten of verkochten. Onder het bewind van Alva (na augustus 1567) werd de controle op het boekbedrijf nog verder versterkt. Diverse, mogelijk politiek gevoelige uitgaven, werden daardoor niet voorzien van de naam of initialen van de drukker/uitgever, al was dat vaak op basis van het gebruikte typografische materiaal wel te herleiden. Silvius was de boezemvriend van de abt van de abdij van St. Bernard, Thomas van Thielt.2 Aan hem droeg hem in 1565 zijn boekje op dat een vertaling was van: "Ordonancien ende decreten van den helighen concilie generael gehouden tot Trenten". Door zijn steun aan de abt tijdens de Beeldenstorm in Antwerpen (1566) en bepaalde uitspraken, maakte hij zich verdacht als sympathisant van de gereformeerden. In de nacht van 2 op 3 maart 1568 werd Willem Silvius tijdens een nachtelijke razzia, van zijn bed gelicht en gevangen gezet. Hij schreef een verweerschrift aan de magistraat van Antwerpen om zijn onschuld te bewijzen en een verzoek om vrijlating onder borgtocht. Zijn echtgenote met zes kleine kinderen moest ondertussen zien de drukkerij verder te laten draaien. Er werd een nauwkeurig onderzoek in gesteld en op 26 april 1568 werd hij op borgtocht van 2000 karolus-gulden vrij gelaten en eind mei werd hij vrijgesproken. Ca. tien jaar later ontvluchtte Silvius Antwerpen en werd aangesteld als drukker van de Staten van Holland en van de universiteit van Leiden. Door de oprichting van de Universiteit in 1575, werd Leiden een centrum bij uitstek van wetenschappelijke werken met substantiële bijdragen uit de Zuidelijke Nederlanden. De oprichting van deze universiteit creëerde ook een nieuwe functie n.l. die van 'academiedrukker'. Willem Silvius was de | 4 |
eerste die met deze functie werd belast op 8 juni 1577. Waarschijnlijk was dit te danken aan zijn vriendschap met Janus Dousa.3 Voor Dousa gaf hij in de jaren1569 en 1570 "Epigramatum" uit waaruit die vriendschap is ontstaan. Hij kiest 1578 definitief de zijde van de Staten. Zijn boekproductie in Leiden bleef beperkt tot een drietal teksten. Een van zijn werkjes uit 1578 is: "Milercus Clachte", geannoteerd: "tot Leiden bij Willem Silvius". Een ander werkje: "Rapport Faici par le seigneur Guill. vanden Hecke" vermeldt echter nog: "En Anvers Guill. Sylvius 1579". In Leiden kocht hij in 1577 het huis: "Inde drei Coningen" in de Maarsmansteeg. Hij noemde zijn bedrijf: "In den Gulden Engel", maar hij dateert blijkbaar in 1578 en 1579 nog wisselend met Leiden en Antwerpen. De Staten van Holland hadden zijn verhuizing en vestiging in Leiden bekostigd. De Sdu (Staatsdrukkerij en Uitgeversbedrijf) ziet de benoeming van Willem Silvius tot 'staatsdrukker' als het begin van het ontstaan.4 Als Willem Silvius zelf afwezig was, werden zijn zaken in Antwerpen geregeld door zijn zoon Carel die door zijn vader was opgeleid. Ook hij verhuisde echter half 1579 naar Leiden samen met de restanten van de drukkerij. In januari 1580 liet hij zich inschrijven bij de universiteit. In 1579 kiest Antwerpen definitief voor het gezag van de koning van Spanje. In dat jaar drukt Willem Silvius in Leiden (anoniem uitgegeven door de drukker van de Staten van Holland) o.a. het werk van de inmiddels voor goed uit Antwerpen gevluchte Agylaeus: "De eenvoudighe en warachtige verantwoordinge der uitgeweken borgeren der stadt Shertogenbossche". Later ook nog een vervolgoproep aan de bewoners van Den Bosch in 1580: "Vermaningen". Willem Silvius is in 1580, kort na zijn verhuizing, overleden. De overlijdensdatum zal liggen tussen 12 juni (datum testament) en 13 september 1580 (datum eerste opdracht aan Carel). Silvius heeft ertoe bijgedragen dat de stad Breda op 4 oktober 1577 overging naar de Prins van Oranje. Bij toeval was hij bij de Prins in Geertruidenberg toen een bode werd aangehouden die met een brief van Don Juan onderweg was naar de belegerde | 5 |
stad. Silvius, die een handig calligraaf was, bootste het handschrift van Don Juan zo na dat de verdediger der stad het bericht dat hem meldde dat alle hulp onmogelijk was, voor echt hield en zijn verzet opgaf. Zijn vrouw en zijn zoon Carel zetten de zaak voort, maar Willem had veel schulden nagelaten. Er zijn slechts enkele werken geproduceerd door de zoon. Het meest bekende is: de "Apologie van Willem van Oranje" met de "Acte der Verlatinghe", Charles Silvius, 1581. In 1582 wordt de zaak echter geliquideerd. Het bedrijf zat diep in de schulden en Carel was nog te onervaren om er tegelijkertijd een uitgeverij en drukkerij op na te houden. Al het materiaal dat aanvankelijk dus van Plantin was geweest, komt in handen van Jan Pae(d)s. Die heeft dit gebruikt tot zijn dood in 1622. Als drukker van de Staten werd Carel opgevolgd door Albrecht Hendriksz in Delft. Plantijn (Plantin) nam de functie van academiedrukker over. Carel stopte geheel als drukker en uitgever en werd secretaris voor diverse hooggeplaatste personen in Den Haag. Hier stierf hij in armoede op 18 juni 1619. | 6 |
Noten | |
1. | Dr. A.M. Koldeweij : "In Buscoducis 1450-1629", pag. 75. |
2. | Thomas van Thielt geboren ca 1534 te Mechelen. Op voorspraak van Willem van Oranje door Philips II in 1564 benoemd tot abt van de St. Bernardus abdij van de cisterciënzers te Hemiksem ca 2 km van Antwerpen. Koos in 1566-67 voor de partij van de geuzen. Hield in 1567 hervormingsgezinde predicaties in Antwerpen die druk werden bezocht. Vluchtte in 1567 naar Duisburg. Was o.a. gereformeerd predikant in Genève in 1572. |
3. | Janus Dousa (Jan van der Does) 1545-1604. Heer van Noordwijk, dichter filoloog. Bevelhebber bij het tweede beleg van Leiden 1573/74. Lid van het college van curatoren van de universiteit van Leiden. |
4. | "Geschiedenis Sdu", website www.sdu.nl: "Het begon allemaal in 1577 toen de Antwerpse drukker Willem Silvius de officiële drukker werd van de staten van Holland". |
Bronnen | |
• | Dr. P.J. Blok en Dr. P.C. Molhuysen: "Nieuw Nederlands Biografisch Woordenboek", Dl. 7, p. 1147-1148. N. Israel, A'dam 1927. |
• | A.J. van der Aa: "Biografisch Woordenboek der Nederlanden", Dl. 17-2, p. 1141-1142. NGDB, 1874. |
• | Gerard Jaspers: "De zestiende eeuw in de Stadsbibliotheek Haarlem". De Buitenkant Amsterdam, Stadsbibliotheek Haarlem, mdcccclxxxxvij. p. 13, 209, 217, 282, 277 en 278. |
• | Paul Valkema Blouw: "Geheime activiteiten van Plantin, 1555-1583. In "Gulden Passer 73 (1995) p. 5-36. |
• | Paul Valkema Blouw e.a.: "Dutch typography in the sixteenth century: the collected works of Paul Valkema Blouw", Leiden, Brill, 2013. p. 33-51 ("Het Leiden Afdrucksel, Willem Silvius in zijn laatste dagen" en p. 415-454 ("Willem Silvius opvallende start"). |
• | Dr. A.M. Koldeweij: "In Buscoducis 1450-1629", Kunst uit de Bourgondische tijd te 's-Hertogenbosch. pag. 75. NB Museum; Gary Schwartz, SDU Maarssen 's-Gravenhage 1990. |
• | Guido Mernef: "Repressie en censuur in het Antwerps boekbedrijf, 1567-1576". Tijdschrift "De zeventiende Eeuw", Jrg. 8. (1992) p. 221-227. |
• | A.Ph.F. Wouters: "Biografisch lexicon voor de geschiedenis van het Nederlandse Protestantisme", Uitg. J.H. Kok, Kampen. Dl. 5, (2001) p. 502. |
's-Bosch. Imm. Leuven 3-2-1550 (meerderjarig).MUL, IV, 402 | 642 |
H. Bots, J. Matthey, M. Meyer, Noordbrabantse studenten XLIV (1979) 642